TREINEN.weebly.com        

Br 64 - de Bubiköpf

Picture
De BR 64 werd al snel door de DRG als vervanger van de oudere, oneconomische deelstaat series aangewezen. Men was immers verplicht om met de ''moderne'' voertuigen de opkomende concurrentie van het gemotoriseerde verkeer tegen te gaan.
Met een asdruk van 15 ton was deze zogenaamde ''eenheidslocomtief'' voor verschillende trajecten geschikt. Met haar topsnelheid van 90 km/uur werd zij zelfs op hoofdtrajecten toegelaten.

De eerste machines van deze serie werden gebouwd in 1928, de laatste loc (64 520) verliet op 31-12-1940 de fabriek. Wat bijzonder praktisch was, was dat verschillende onderdelen van de aandrijving overeenkwamen met de BR 24 (steppenpferd ofwel steppenpaard). Zo goed als alle Duitse locomotiefbouwers hadden met de bouw van de 520 machines te maken.
Op 1 april 1933 (tijdperk II) had de Reichsbahndirectie Dresden met 36 locs de meeste Bubiköpfe in haar bestand, gevolgd door Hannover (23) en Neurenberg (22)

Aan het einde van de tweede wereldoorlog waren er in de bezettingszones en later bij de DB (tijdperk III) nog 280 machines aanwezig  en had de DR er circa 115. Meer dan 100 exemplaren gingen als gevolg van het oorlogsgeweld verloren.  De DB machines veranderden van outfit. De opvallendste wijziging was de drielicht frontseinen. Enkele exemplaren van het depot Weiden kregen een sneeuwschuiver voor de winterinzet in Oberpfalz.

In 1968 (tijdperk IV) bezat de DB nog slechts 92 locomotieven, welk aantal in de volgende jaren flink slonk. De laatste Bubiköpfe  bevonden zich in de depots Weiden, Tübingen en Aschaffenburg van waaruit deze overwegend voor regionale reizigersdiensten werden ingezet. In 1974 werden de laatste Bubiköpfe van de DB terzijde gesteld.
Gelukkig zijn er nog 19 exemplaren van deze populaire loc voor het nageslacht bewaard gebleven. Er zijn er nog verschillende als museumloc in bedrijf zoals bij de V.S.M. in Beekbergen.

of