BR 01
De BR 01 kon vooruit 140 km/uur op maximum snelheid en achteruit 50. Het was een loc voor sneltreinen op langere afstanden. Ze hadden 16 bar keteldruk. En hadden in de 2000 PSi, de ene meer dan de andere.
BOUWVOLGORDE:
01 001–010 (1926)
01 012–076 (1927–28)
01 077–101 (1930–31)
01 102–190 (1934–1936)
01 191–232 (1937–1938)
01 001–010 (1926)
01 012–076 (1927–28)
01 077–101 (1930–31)
01 102–190 (1934–1936)
01 191–232 (1937–1938)
Gestroomlijnd of niet?
Je zou kunnen zeggen dat alle BR 01's gestroomlijnd waren, want ze hebben windleiplaten, bij de ene Wagner en bij de ander Witte.
Wagner zijn de grote die tot vooraan doorlopen. Witte zijn de wat kleinere die wat later zijn aangebracht, omdat ze minder metaal kosten. Ze werkten even goed. En zijn op het plaatje hierboven te zien.
Later wou de DRG de snelheid van personenvoertuigen opvoeren dus verlaagden ze de asdruk en strommlijnden ze helemaal. Deze noemden ze 01.10.
Wagner zijn de grote die tot vooraan doorlopen. Witte zijn de wat kleinere die wat later zijn aangebracht, omdat ze minder metaal kosten. Ze werkten even goed. En zijn op het plaatje hierboven te zien.
Later wou de DRG de snelheid van personenvoertuigen opvoeren dus verlaagden ze de asdruk en strommlijnden ze helemaal. Deze noemden ze 01.10.
Oliestook
Tussen 1953 en 1956werden er in de stoomlocomotieven nieuwe ketels geplaatst. 33 locs van de Br 01.10 werden omgebouwd naar oliestook, zo ook deze.
BR 011
Op 1 jan 1968 voerde de DB een nieuwe nummering in. Vanaf toen heette de met kolengestookte Br 01.10, Br 011.
Vanaf 3 maart 1973 werd de laatste Br 011 buiten dienst gesteld.
Vanaf 3 maart 1973 werd de laatste Br 011 buiten dienst gesteld.
